Interessante publicatie van het WHO over zonnebankgebruik en huidkanker
Kunstmatig een kleurtje krijgen is een vrij recent fenomeen, uitgevonden in de jaren ’60 en opkomend in de jaren ’80. Gedurende de jaren ’90 steeg de populariteit van zonnebanken wereldwijd. Al snel kwamen daarbij ook de eerste gezondheidsrisico’s verbonden aan artificiële UV-stralen aan het licht. Vandaag is kunstmatig bruinen overal ter wereld een van de grotere volksgezondheidskwesties verantwoordelijk voor gemiddeld en half miljoen kankerdiagnoses elk jaar in de Verenigde Staten, Europa en Australië. Het is intussen ook bewezen dat er een link is tussen blootstelling aan artificiële UV-stralen op jonge leeftijd en hogere kans op huidkanker.
In 2003 publiceerde het WHO een advies rond zonnebankwetgeving, zonnebanken, risico’s en begeleiding. In 2009 verklaarde het WHO’s ‘International Agency for Research on Cancer’ (IARC) dat de blootstelling aan UV-stralen onder zonnebanken kankerverwekkend is voor de mens. Sindsdien zijn beleidsvormers wereldwijd op gang gekomen om voor een strikte reglementering rond het gebruik van zonnebanken te zorgen. Vandaag hebben meer dan 40 landen wereldwijd een totaal verbod uitgebracht op zonnebanken of beperkingen en strenge voorwaarden voor het gebruik ervan.
Deze publicatie overloopt de verscheidene gezondheidsrisico’s die gepaard gaan met het gebruik van zonnebanken, en daarbovenop een overzicht van hoe verschillende landen dit probleem hebben aangepakt d.m.v. public health interventies. Overheden en andere stakeholders, waaronder ook de apothekers, spelen een grote rol in de bewustmaking, het weerleggen van misvattingen en de verandering van het gedrag rond zonnebankgebruik, vooral bij jongere vrouwen waar het risico op huidkanker nog groter is. Morbiditeit en mortaliteit staan hier tegenover één enkel voordeel van cosmetische aard.
Bron: publicatie "Artificial tanning devices: public health interventions to manage sunbeds"; http://www.who.int/uv/publications/artificial-tanning-devices/en/