Pneumokokkenvaccinatie
De pneumokok is een belangrijke verwekker van pneumonie, sepsis, meningitis, sinusitis, otitis media en acute exacerbaties van chronisch obstructief longlijden. Op basis van het bacteriekapsel onderscheidt men minstens 93 antigeentypes. Voor volwassenen bestaan er twee geregistreerde vaccins: het 23-valente polysacharide vaccin (PPV23) en het 13-valente conjugaatvaccin (PCV13).
Incidentie
De incidentie van invasieve pneumokokkeninfecties (vooral pneumonie met bacteriëmie) neemt toe vanaf de leeftijd van 50 jaar en is beduidend hoger bij personen ouder dan 65 jaar en bij patiënten met chronische aandoeningen. Twee derde van alle pneumokokkenbacteriëmieën komt voor bij personen ouder dan 50 jaar. De mortaliteit van pneumokokkenbacteriëmie bedraagt 20 % bij 65-jarigen en 40 % bij 85-plussers
Vaccinatie
De combinatie van PCV13 en PPV23 blijkt de meest efficiënte manier van vaccineren te zijn. Men stelde vast dat toedienen van PCV13 nà het PPV23 een hyporespons uitlokt. Het advies van de Hoge Gezondheidsraad vermeldt dan ook duidelijk het toedienen van PCV13 als eerste van beide vaccins, en minstens 8 weken voorafgaand aan het PPV23. Wil men tóch een persoon eerst een PPV23 gebruiken, dan dient men minstens een jaar te wachten met het PCV13.
Voor de bescherming tegen pneumokokken kan men het ganse jaar door vaccineren en is niet aan tijd gebonden.
De vaccinatie met het PCV13 en PPV23 is veilig. Bijwerkingen beperken zich meestal tot lokale gevoeligheid of induratie op de injectieplaats, een koortsig gevoel, vermoeidheid of spier- en gewrichtspijn. Bij een te vroege revaccinatie met PPV23 kan een hevigere gevoeligheidsreactie optreden.
Het aanbevolen vaccinatieschema en de doelgroepen worden in onderstaande teskt weergegeven.
Vaccinatieschema (Gezondheidsraad, 2014) :
1. Volwassenen van 19 tot 85 jaar met een verhoogd risico op een pneumokokkeninfectie
- Primo-vaccinatie: PCV13 gevolgd door PPV23 na minstens 8 weken
- Revaccinatie: PPV23 om de 5 jaren
- Personen die in het verleden gevaccineerd werden met PPV23:
eenmalige vaccinatie met PCV13, minstens 1 jaar na laatste PPV23. - Revaccinatie: PPV23 om de 5 jaren
- Onder verhoogd risico verstaan we:
· Volwassenen met een stoornis van de immuniteit
· Volwassenen met anatomische en/of functionele asplenie, sickle-cell disease of een hemoglobinopathie.
· Volwassenen met lek van cerebrospinaal vocht of een cochleair implantaat
2. Volwassenen van 50 tot 85 jaar met comorbiditeit en gezonde personen tussen 65 en 85 jaar
- Primo-vaccinatie: PCV13 gevolgd door PPV23 na minstens 8 weken
- Personen die in het verleden gevaccineerd werden met PPV23:
eenmalige vaccinatie met enkel PCV13, minstens 1 jaar na laatste PPV23. - Booster: te beoordelen in functie van bijkomende gegevens en de epidemiologie over 5 jaar
Onder comorbiditeit verstaan we:
· Chronisch hartlijden
· Chronisch longlijden of rokers
· Chronisch leverlijden of ethylabusus
· Chronisch nierlijden
3. Volwassenen ouder dan 85 jaar
• Momenteel zijn er weinig gegevens over het effect van pneumokokken vaccinatie boven de leeftijd van 85 jaar. Op individuele basis, waarbij het risico op een pneumokokkeninfectie en de inschatting van het immuunantwoord op het vaccin inoverweging genomen worden, kan de behandelende arts een persoon ouder dan 85 jaar vaccineren volgens het schema voorgesteld onder 2).
Bronnen:
Gezondheidsraad, H. (2014). Vaccinatie tegen pneumokokken - vaccinatie van volwassenen.
Johan Van der Heyden, R. C. (2013). Gezondheidsenquête 2013. WIV.